Het immuunsysteem

Het immuunsysteem spoort kankercellen normaal gesproken op en vernietigt de cellen door ze aan te zetten tot apoptose (celdood). Doordat kankercellen ontwikkelen vanuit lichaamseigen cellen hebben de kankercellen soms eigenschappen die hen helpen bij het ontwijken van het immuunsysteem.

 

Momenteel wordt hier nog veel onderzoek naar gedaan. Er wordt steeds meer ontdekt en sommige van die ontdekkingen helpen wetenschappers bij het ontwikkelen van nieuwe, kanker bestrijdende therapieën. Hierover kun je later meer lezen bij het tabblad ‘Behandelingen’ op deze website.

 

Het proces waarin kankercellen worden herkend en vernietigt wordt de kankerimmuniteitscycles genoemd. Deze cyclus bestaat uit drie fasen:

  1. De aanmaak en activatie van T-cellen,
  2. De infiltratie van T-cellen in de tumor en
  3. Het doden van tumorcellen door T-cellen.

 

Tumoren omzeilen immuunsysteem

Tumoren hebben verschillende overlevingsstrategieën. Zo kunnen ze het immuunsysteem actief ontwijken of een immuunreactie van het afweersysteem onderdrukken. Er zijn drie manieren die tumoren hier vaak voor gebruiken (zie ook figuur 1).

Drie manieren die tumoren gebruiken om het immuunsysteem actief ontwijken of een immuunreactie van het afweersysteem onderdrukken:

 

  1. Verlagen of verliezen van antigeniciteit – (Kankercellen maskeren onderdelen van zichzelf)

Tumoren hebben meerdere soorten eiwitten (antigenen) aan de buitenkant van hun cellen, op hun celmembraan. Cellen van het immuunsysteem scannen alle cellen van het lichaam op dergelijke eiwitten. De cellen die gezond zijn presenteren de juiste eiwitten aan de scannende immuunsysteemcellen. Kankercellen met mutaties laten echter vaak andere of misvormde eiwitten zien aan de cellen van het immuunsysteem. Zo wordt het immuunsysteem gealarmeerd en gaan ze over tot de aanval en vernietiging van deze afwijkende cellen.

 

Tumorcellen zijn echter zo gewiekst dat ze sommige eiwitten die het immuunsysteem zouden alarmeren weglaten. Soms presenteren ze ook gemuteerde eiwitten, die het immuunsysteem niet herkend als dreigend. Ook kan de tumorcel de groei van de herkenningsmoleculen, die op de witte bloedcellen van het immuunsysteem aanwezig zijn, verminderen of verstoren. Hierdoor kan de witte bloedcel de eiwitten die worden gepresenteerd niet goed meer of helemaal niet scannen, omdat hij geen herkenningsmoleculen meer bezit of omdat zijn herkenningsmoleculen niet goed functioneren.

 

Bij een verlaging of zelfs een verlies van antigeniciteit ontbreken dus de antigenen en kan de tumorcel niet door het immuunsysteem herkend worden. Datzelfde probleem heeft het immuunsysteem, wanneer de tumorcellen zijn herkenningsmoleculen aantast, hij kan de tumorcellen niet meer opsporen.

De eerste fase (A.) binnen de kankerimmuniteitscycles wordt op deze wijze niet in gang gezet, omdat er geen waarneming wordt gedaan door de witte bloedcellen dat er slechte cellen aanwezig zijn.

 

 

  1. Verlagen van immunogeniciteit

Er zijn verschillende soorten witte bloedcellen, allemaal met een eigen functie. De witte bloedcellen die de afwijkende cellen hebben opgespoord (B-cellen) activeren vervolgens andere cellen, die een gespecialiseerde, gerichte aanval uitvoeren tegen de afwijkende cellen (T-cellen).

 

Als kankercellen een voldoende mate van antigeniciteit overhouden, worden ze toch nog herkent door de opsporende witte bloedcellen als afwijkend. De kankercellen kunnen in dat geval signaalstoffen gebruiken die de respons van het immuunsysteem tegenover de afwijkende cellen onderdrukt. De activatie van de gespecialiseerde T-cellen, die de tumor zouden aanvallen, komt niet tot stand door deze immuunonderdrukkende signaalstoffen.

Hier wordt dus wederom de eerste fase (A.) binnen de kankerimmuniteitscycles, het aanmaken en activeren van de T-cellen niet in gang gezet.

 

 

  1. Immuun-onderdrukkende micro-omgeving.

Sommige kankercellen creëren een immuun-onderdrukkende micro-omgeving. Hierbij kunnen de kankercellen de moleculen van bepaalde witte bloedcellen (B-cellen) activeren, die het binnendringen van andere witte bloedcellen in de tumor (dat zijn de T-cellen, die de tumor willen bestrijden) tegenhouden.

De eerste groep witte bloedcellen onderdrukken de tweede groep, omdat ze instructies krijgen van de kankercellen om het weefsel te beschermen.

Hierdoor kunnen de T-cellen niet binnendringen worden de tweede en derde fase van de cyclus verstoord.

 

 

Uitschakelen

Een andere tactiek van kankercellen die soms voorkomt is het rechtstreeks uitschakelen van de witte bloedcellen. Ze vormen daarvoor een specifiek eiwit op hun celmembraan. Eiwitten fungeren deels als mini boodschappers, zoals we eerder zagen dat een gezonde cel kan aangeven dat het een gezonde cel is, dankzij zijn goede eiwitten.

Als een herkenningsmolecuul van een witte bloedcel in aanraking komt met het specifieke eiwit wat een bepaalde kankercel heeft geproduceerd, krijgt de witte bloedcel de opdracht tot zelfdestructie, oftewel apoptose. Zo schakelt de tumor de witte bloedcellen die hem kwaad zouden kunnen doen uit.

Maak jouw eigen website met JouwWeb